voorbeeldOVER BIOLOGIE? ZELF DOEN!
Biologie? Zelf doen! is een methode voor vwo-leerlingen in de onderbouw, gericht op onderzoekend leren. Biologie? Zelf doen! wil leerlingen uitdagen, stimuleren en daadwerkelijk voorbereiden op wetenschappelijk onderwijs. Meer lezen...

De auteur van de methode is Wim Launspach. Launspach studeerde biologie en gaf les aan het Herman Wesselinkcollege in Amstelveen. Daarnaast was hij als docent vakdidactiek verbonden aan de universiteit van Nijmegen. Voor ieder blok is tevens gebruik gemaakt van de expertise van adviseurs. Biologie? Zelf doen! is sinds 2012 op de markt en wordt uitgegeven door Primavera Educatief te Leiden.

GEMOTIVEERDE LEERLINGEN
Vwo-leerlingen zijn nieuwsgierig en vinden het leuk om iets te ontdekken, maar dan moet er in de lesstof wel iets te ontdekken zijn. Biologie? Zelf doen! prikkelt die nieuwsgierigheid met gevarieerde opdrachten en aansprekend materiaal. Meer lezen...

De onderbouw is de kweekvijver voor bovenbouwtalent. Dit betekent dat aan het lesmateriaal voor de onderbouw hoge eisen moeten worden gesteld. Biologie? Zelf doen!:

  • appelleert aan wat de kinderen interessant vinden
  • prikkelt hun nieuwsgierigheid en stimuleert hun onderzoekende geest
  • laat veel ruimte om dingen zelf te ontdekken
  • is uitdagend en verzet zich tegen een consumptieve studiehouding
  • moedigt de leerlingen aan om het beste van zichzelf te laten zien

NAAR EEN ONDERZOEKENDE HOUDING
Ongeveer de helft van de lestijd wordt besteed aan actieve werkvormen: opdrachten waarmee de leerlingen oefenen met de natuurwetenschappelijke aanpak. De aanvankelijk speelse opdrachten worden gaandeweg serieuzer. Leerlingen die in de onderbouw leren zelf iets te onderzoeken, zijn beter voorbereid op de bovenbouw. Meer lezen...

Wat de eerste klas betreft, concentreert Biologie? Zelf doen! zich op observeren en het vastleggen van observaties, het gebruik van de vergelijkende methode en het leggen van een relatie tussen vorm en functie. Experimenteren komt meer aan bod in de klassen twee en drie; aan het einde van de onderbouw is de leerling vertrouwd met alle stappen van de natuurwetenschappelijke onderzoekscyclus.

In Biologie? Zelf doen! is de concept/context-gedachte progressief verwerkt: deel 1 bevat wat minder context dan deel 2 en deel 3 heeft de meeste context. Het programma voor klas 1 bevat veel dieren. Dit spreekt de leerlingen aan en biedt ook de mogelijkheid de beroepscontext te presenteren (de onderzoeksbioloog in Blok 1). De wetenschappelijke context krijgt vorm met het reconstrueren van een dier (eindopdracht Blok 2) en het samenstellen van een evolutionaire stamboom (eindopdracht Blok 4). De delen 2 en 3 zijn meer thematisch en ook abstracter. Naarmate ze ouder worden, worden de leerlingen immers kritischer en zijn ze beter in staat tot analytische verwerking van de stof.

De methode kent een sterke interne samenhang. Er is naar gestreefd belangrijke aspecten telkens op een wat hoger niveau te laten terugkeren.

Ten slotte probeert Biologie? Zelf doen! een oplossing te bieden voor enkele onderwijskundige problemen:

  • de leerlingen vinden het soms moeilijk om hun werk te organiseren: de map en de gestructureerde opzet helpen hierbij.
  • veel leerlingen weten niet goed hoe je stof kunt samenvatten: Biologie? Zelf doen! biedt suggesties en oefeningen.
  • de leesvaardigheid van de leerlingen is vaak onvoldoende: door direct na de theorie vragen te presenteren, stimuleert Biologie? Zelf doen! het zorgvuldig lezen.
  • de rekenvaardigheid van leerlingen schiet nogal eens  tekort: Biologie? Zelf doen! biedt uitdagende rekenopdrachten.
  • veel leerlingen hebben moeite met de overgang van onder- naar bovenbouw: Biologie? Zelf doen! biedt materiaal om de leerlingen voor te bereiden op deze stap.

THEORIE- EN WERKBOEK INEEN
Biologie? Zelf doen! omvat drie delen van ieder vier blokken die als losse katernen worden aangeboden in een vierringsmap. De school bepaalt zelf hoeveel katernen per leerjaar worden behandeld. Bovendien biedt dit systeem de mogelijkheid om eigen materiaal toe te voegen. Meer lezen...

De leerling moet zijn of haar map zelf bijwerken en overzichtelijk houden: het wordt zijn of haar ‘eigen’ map en aan het einde van de onderbouw heeft de leerling zo de hele biologiestof bij elkaar. Het onderhouden van de map vraagt om verantwoordelijk gedrag; de methode draagt in dat opzicht bij aan attitudevorming.

Veel lesmethoden hebben naast het leerboek een afzonderlijk werkschrift. Dan komt het nogal eens voor dat leerlingen de opdrachten te lijf gaan zonder werkelijk kennis te hebben genomen van de theorie. Bij Biologie? Zelf doen! zijn leer- en werkboek geïntegreerd zodat de stof efficiënter wordt verwerkt.

VOOR DE DOCENT: POWERPOINTS EN DIGITAAL MATERIAAL
Bij de methode worden visueel krachtige powerpoint-presentaties geleverd die helpen om het theoretische deel van de lessen aansprekend maken.
Meer lezen...

 Biologie? Zelf doen! maakt veel gebruik van internet. Op de website van Biologie? Zelf doen! worden de links up-to-date gehouden.

Het uitgebreide docentenpakket bevat het lesmateriaal in digitale vorm (powerpoints, toetsen, antwoorden etc.). Daarnaast bevat het pakket aanvullend lesmateriaal zoals de ‘apenkaarten’ en de ‘stamboomkaarten’.

Comments are closed.